Hoe hoger uw loon, hoe meer fiscale ruimte u heeft om via uw IPT pensioenkapitaal op te bouwen. Maar uw loon enkel en alleen om die reden verhogen, is geen goed idee. Onze gouden regel is: stem uw IPT af op uw loon, en niet omgekeerd.
Het is belangrijk om als bedrijfsleider steeds te bekijken op welke termijn u de middelen uit uw vennootschap privé nodig heeft.
- Hebt u maandelijks middelen nodig om privé de rekeningen voor gas- en elektriciteit te betalen, uw lening af te lossen en te genieten, dan keert u zich dat geld uit in de vorm van een loon. Na aftrek van sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing schiet er netto zo’n 45% van over.
- Wil u het vennootschapsgeld over een jaar ter beschikking hebben, dan werkt u met een dividend. Met een vennootschapsbelasting en daarna een belasting op het dividend aan 30% is dit netto voordeliger dan een loon, maar u moet iets langer wachten op uw geld.
- Kan u vijf jaar wachten, dan is de aanleg van een liquiditeitsreserve ideaal. U betaalt dan naast de vennootschapsbelasting onmiddellijk een voorschot van 10% roerende voorheffing op het dividend, plus een saldo van 5% op het dividend na vijf jaar.
- Kan u nog langer wachten, tot aan uw pensioen, dan stopt u de middelen het best in een IPT, dat een zeer lage taxatie geniet en 100% aftrekbaar is binnen uw vennootschap. Het geld staat voor langere tijd vast, maar u kan in tussentijd uw IPT opnemen voor de financiering van onroerend goed.
Uw loon optrekken betekent dat u meer fiscale ruimte creëert in uw IPT. Maar een hoger loon betekent ook meer sociale lasten. Daarom is het belangrijk uw IPT te optimaliseren in functie van het loon dat u nodig heeft. En niet omgekeerd.